‘De oplossingen voor problemen vind je in de wijken’

Duizendpoot Evert Jan van Hasselt is naast ondernemer en ‘impact first investeerder’ ook auteur en spreker. Op De Dag van de Wijkteams verzorgt Evert Jan een workshop over ‘community-up’ werken. Wat bedoelt hij hiermee en waarom vertelt hij er met zoveel passie over?

In je boek introduceer je een nieuwe manier van samenwerken. Kan je daar meer over vertellen?
‘Samen met Pauline Romanesco schreef ik het boek ‘Van CEO naar tuinman’, over de rol van leiderschap in het nieuwe organiseren. We vertrekken vanuit de noodzaak om dingen op een andere manier met elkaar te organiseren, omdat oude manieren niet langer werken. In ons boek kijken we naar mierenkolonies. Mieren hebben geen baas of managementsysteem, maar zijn toch razend effectief. We vroegen ons af: hoe kunnen we als mieren samenwerken? De CEO staat symbool voor een hiërarchische vorm van leiderschap. De tuinman gaat anders te werk, hij werkt ondersteunend en creëert optimale omstandigheden in de tuin, zodat het ecosysteem van de tuin floreert. Dat hebben we ook als mensen nodig.’

Hoe kwam community-up als methodiek op je pad?
‘Ik leerde jaren geleden Madelon Eelderink kennen, de oprichter van SevenSenses. Zij kreeg fantastische zaken voor elkaar in sloppenwijken in Afrika en Zuid-Amerika. Ze liet mensen in die sloppenwijken nadenken over hoe ze hun eigen problemen konden oplossen. Ik raakte zo geïnspireerd dat ik de aanpak ook in Nederland wilde introduceren. Daarom stapte ik mee in het bedrijf. En nu laten we Nederlandse ambtenaren en de partnerorganisaties ervaren wat voor moois er gebeurt als je gaat werken mét de samenleving in plaats van vóór de samenleving. Madelon introduceerde de term ‘community-up’. Top-down en bottom-up zijn weliswaar tegenovergesteld, maar bij beide methodieken is er maar één kant die bepaalt wat er gebeurt. Bij community-up werken beide kanten echt samen.’

Hoe bereik je burgers? Hoe voer je de gesprekken die ertoe doen?
‘Ik geloof niet in vertegenwoordigende partijen. Mensen willen best actief worden, maar dan met hun eigen plan, ze willen zelf mee aan het roer staan. Naar die energie moet je op zoek en dat begint met oprechte gesprekken. In de wijk Moerwijk in Den Haag kregen we de opdracht van de preventiecoalitie om bewoners en beroepskrachten te laten samenwerken aan een gezondere wijk. Daar hebben we zogenaamde mandarijngesprekken gevoerd. We gingen de straat op met een schaal mandarijnen. Op die mandarijnen hadden we oogjes geplakt maar nog geen mond. De buurtbewoners mochten een blij of droevig mondje tekenen, op basis van hoe goed ze zich in hun vel voelden. Binnen een paar minuten hadden we zinvolle gesprekken over hun gezondheid. Vervolgens was de bereidheid om mee te doen aan ons onderzoek groot.’

Jij gelooft sterk in de kracht van bewoners?
‘Ja, dat is het uitgangspunt in het Participatief Actieonderzoek dat we met SevenSenses doen. Je kan enkel mét bewoners grote veranderingen voor elkaar krijgen, de oplossingen liggen in de wijk. Top en bottom moeten samen oplossingen bedenken. Community-up dus. Met samen bedoel ik bewoners met de gemeenten en hun netwerkpartners, dus ambtenaren, medewerkers van welzijnsorganisaties en woningcorporaties enzovoort. In Amsterdam Nieuw-West zagen we op elke hoek van de straat wel organisaties om mensen te helpen. Sommige van die organisaties betalen mensen om ze te mogen helpen, omdat ze bang zijn om anders hun subsidie kwijt te geraken. Dat is absurd, we bouwen een hulp-industrie om achterstandswijken heen. Als je mensen de kans geeft om mee te doen, kunnen zij vanuit hun eigen gemeenschap veranderingen voor elkaar krijgen. Dan heb je veel hulporganisaties niet meer nodig.’

Wat zijn volgens jou de kenmerken van ‘het echte gesprek’?
‘Met het echte gesprek versterk je elkaar vanuit verschillende achtergronden. Daarvoor zijn fysieke ontmoetingen nodig. Ook oprechte interesse naar de ander is onmisbaar. Dus niet met mensen in gesprek gaan over wat jouw plannen zijn, maar echt geïnteresseerd zijn in de perspectieven van de ander. Die gesprekken moeten we breed met elkaar voeren, energie verdwijnt als je enkel gesprekken voert met vertegenwoordigers. Deze klassieke fout van gemeentes zien we heel vaak. Een voorbeeld? Gemeente Brielle had veel te maken met overlast door arbeidsmigranten die kwamen werken in de Rotterdamse haven. Door met hen in gesprek te gaan, ontdekten ze dat die arbeidsmigranten konden meehelpen met het oplossen van de problemen. Daar waren ze nooit achter gekomen als ze met vertegenwoordigers van die arbeidsmigranten waren gaan praten, als ze die al hadden kunnen vinden. In de community-up methodiek blijf je in gesprek met alle betrokkenen, niet enkel met hun vertegenwoordigers.’

Door: Marie Meeusen