Samen dezelfde beweging maken

Waarom ga je naar de Dag van de Wijkteams? Twee deelnemers aan het woord.

Saskia Oude Veldhuis is senior-adviseur en plaatsvervangend directeur bij Wijkteam Amersfoort. Via de Associatie Wijkteams kent ze Wineke van Ravenstein, directeur-bestuurder bij Stichting de Thuisbasis Sociaal Werk. Waarom kijken ze uit naar de Dag van de Wijkteams? Wat maakt ontmoetingen zo essentieel?

Naar welke ontmoetingen kijk je uit?
Saskia: ‘Ik vind het leuk om bekenden te spreken. Op congressen leer ik ook nieuwe mensen kennen die met hetzelfde bezig zijn. Hen ontmoeten zorgt voor nieuwe invalshoeken. Met de wijkteams transformeren we naar collectieve samenwerkingen. Dit gaat over meer dan netwerksamenwerkingen en een groter aanbod in groepsverband. We kijken naar de kracht in de wijk, betrekken naast professionals ook betrokken buurvrouwen enzovoort. De cultuurshift van een individualistische maatschappij naar een participatiemaatschappij is misschien makkelijk om in dure woorden op te schrijven. Maar iedereen meekrijgen in deze beweging is een stuk ingewikkelder. Ik vind het boeiend om te horen hoe en met wie anderen gesprekken voeren en hoe ze met bepaalde ontwikkelingen omgaan.’

Wineke: ‘Je komt op zo’n dag even los van de hectiek van de werkweek en kan je onderdompelen in een oase van inspiratie. Er is echt de ruimte om stil te staan bij wat ons inspireert en waarom het soms moeilijk is om dat voor elkaar te krijgen. De gezamenlijkheid en het vertrouwen groeien als je merkt dat veel mensen samen dezelfde beweging maken.’

Hoe doe je dat eigenlijk, elkaar ontmoeten op een congres?
Wineke: ‘Ik ben benieuwd naar anderen en vind het leuk om op een groepje af te stappen en me voor te stellen. Een tikkeltje brutaliteit zorgt voor leuke ontmoetingen. En ons werkveld zit vol mensen met oog voor elkaar. Via de Associatie groeit mijn netwerk van mensen die met interessante ontwikkelingen bezig zijn. Ook buiten het congres kan ik hen contacteren.’

Saskia: ‘Ik ben zeker geen geboren netwerker en moet dus altijd over een drempel als ik nieuwe mensen wil ontmoeten. Ik zal nooit op een groepje afstappen van mensen die ik niet ken en probeer aan te sluiten bij een gesprek waar minstens één iemand bij is die ik al ken. Het is ook makkelijker om in gesprek te geraken als je een concrete vraag aan de ander hebt.’

Waarom is naar zo’n dag gaan belangrijk voor jou?
Saskia: ‘Ik vind het belangrijk om mijn netwerk uit te breiden en te leren, te horen wat er gebeurt. De wijkteams zijn vrij nieuw, ook de Associatie is als vereniging relatief jong. Er komt veel op ons af. Dat maakt het extra belangrijk dat we samen een gedeeld geluid laten horen. Zonder draagvlak kan een grote transformatie nooit landen.’

Wineke: ‘Inderdaad, zo’n dag is belangrijk voor de beroepsgroep. We werken in een tijd vol maatschappelijke druk. De verwachtingen die op ons rusten zijn hoog en soms irreëel. Als we elkaar vasthouden, kunnen we samen aan partners en beleidsmakers duidelijk maken wat we nodig hebben om ons werk goed te kunnen doen. Het is belangrijk dat we als maatschappij begrip en verdraagzaamheid voelen voor de ander en voor die levens waarin niet alles maakbaar is.’

Wat zijn de ingrediënten voor ‘het echte gesprek’?
Saskia: ‘Luisteren en doorvragen. Natuurlijk is het makkelijker om elkaar aan te horen en er meteen iets van te vinden. Maar het gaat over doorvragen aan beide kanten: waarom denk je dat, wat is je verhaal, wat heeft jouw mening gevormd?’

Wineke: ‘Open praten betekent verbinding. Dat houdt ook in dat je nieuwsgierig kan zijn zonder te oordelen, dat je in alle openheid praat, zonder op voorhand de uitkomst van het gesprek vast te willen stellen.’

Hoe belangrijk zijn de ontmoeting en het echte gesprek in jouw werk?
Wineke: ‘Heel belangrijk. Een goede verbinding tussen inwoner en hulpverlener is de basis van wat wij doen. Al het andere rondom ons vak, zoals richtlijnen en protocollen, zou alleen ingezet moeten worden als het dienend zijn voor deze basisinteractie.’

Saskia: ‘Ja, het is essentieel. Ik kan de grote doorontwikkeling in onze organisatie niet voor elkaar krijgen met tweehonderd mensen zonder oprecht te luisteren en interesse te tonen in waar iedereen mee bezig is. Wat maakt verandering lastig? Als ik drempels begrijp, kan ik mee nadenken om manieren om daar overheen te stappen. Wijkteammedewerkers zijn pioniers, ze stoten vaker hun neus omdat de rest van de wereld nog niet mee is. Ik zie het als mijn taak om het pad dat zij bewandelen als voorhoede toegankelijk te maken, voor hen en voor anderen.’